Philips koffiemachine storing

Bij foutcode 1 is de koffietrechter verstopt. Dit probleem kun je verhelpen door het koffiekanaal te reinigen. Schakel de koffiemachine uit met de aan/uit knop en haal de stekker uit het stopcontact. Naast het bonenreservoir zit een kleine deksel die het vakje voor gemalen koffie afsluit. Open dit dekseltje en maak de vastzittende gemalen koffie los met een eetlepel zodat de gemalen koffie naar beneden valt. Sluit het apparaat weer aan en schakel het in. Zet nu een kopje koffie en kijk daarna of het vakje voor gemalen koffie niet meer verstopt is. Als er nog aangekoekte gemalen koffie in het vakje zit, herhaal dan de bovenstaande stappen.

Als er foutcode 2 op het display staat dan is er sprake van een onbekend probleem. Helaas kun je foutcode 2 niet zelf oplossen. Neem contact op met de klantenservice van Philips om de koffiemachine te laten nakijken.

Foutcode 3 geeft aan dat je de zetgroep schoon moet maken en moet smeren met siliconenvet. Als de zetgroep aangekoekt is met vuil, werkt deze niet meer goed.

Schakel de koffiemachine uit met de aan/uit knop. Verwijder de zetgroep en spoel deze af met schoon water. Laat de zetgroep vervolgens drogen. Wanneer de zetgroep helemaal droog is, meer je de zetgroep met siliconenvet zodat alle bewegende delen weer soepel kunnen bewegen. Plaats de zetgroep terug in de koffiemachine en schakel het apparaat weer in.

Bij foutcode 4 is de zetgroep niet op de juiste manier in de koffiemachine geplaatst. Schakel de koffiemachine uit met de aan/uit knop. Verwijder de zetgroep, zorg ervoor dat de zetgroep in de juiste stand staat en plaats de zetgroep terug in het apparaat. Schakel het apparaat vervolgens weer in met de schakelaar aan de achterkant.

Als er koffiebonen onder het waterreservoir liggen, geeft het apparaat foutcode 5 aan. Zet het apparaat uit en haal de stekker uit het stopcontact. Haal het waterreservoir uit de machine en zorg ervoor dat het waterreservoir schoon is. Kijk ook of er geen koffiebonen in de ruimte onder het waterreservoir liggen. Plaats het waterreservoir vervolgens terug, sluit de koffiemachine weer aan en schakel het apparaat weer in.

Deze foutcode betekent dat de koffiemachine oververhit is geraakt. Zet het apparaat uit en haal de stekker uit het stopcontact. Laat het apparaat vervolgens 30 minuten afkoelen. Daarna sluit je het apparaat weer aan en kun je de koffiemachine aanzetten.

Soms kan de zetgroep vastzitten waardoor je hem niet kunt verwijderen. Gelukkig is dit probleem eenvoudig op te lossen.

Zorg dat de losse onderdelen op de juiste plek zitten en sluit de deur van de zetgroep. Schakel de machine uit met de aan/uitknop en wacht tot je geen machinegeluiden meer hoort. Haal dan de stekker uit het stopcontact en wacht 2 minuten. Sluit daarna de machine weer aan en schakel het apparaat opnieuw in door op de aan/uit knop te drukken. Open de deur van de zetgroepen verwijder de lekbak en de bak voor het koffiedik. Als het goed is, zit de zetgroep nu niet meer vast en kun je deze op de normale manier verwijderen.

Plaatsen van de zetgroep
Zet de koffiemachine in de neutrale stand. Zet daarna de hendels van de zetgroep in de juiste stand. Open de deur van de zetgroep en plaats de zetgroep terug in de koffiemachine. Daarna sluit je de deur van de zetgroep en is het apparaat klaar voor gebruik.

Zo zet je de koffiemachine in de neutrale stand
Plaats eerst de bak voor het koffiedik en de lekbak in de koffiemachine en sluit de deur van de zetgroep. Plaats de zetgroep nog niet in de machine. Zet de machine uit met de aan/uit knop en wacht tot het apparaat geen geluid meer maakt. Meestal duurt dat ongeveer 5 seconden. Schakel het apparaat nu weer in en wacht weer tot je geen geluid meer hoort. Nu staat de koffiemachine in de neutrale stand en is het apparaat klaar voor het terugplaatsen van de zetgroep.

Zo zet je de hendels van de zetgroep in de juiste stand
Om de zetgroep terug in de koffiemachine te kunnen plaatsen, moeten de hendels van de zetgroep in de juiste stand staan. De hendel aan de achterkant van de zetgroep hoort naar beneden te staan zodat deze de onderkant van de zetgroep raakt. De twee pijlknoppen aan de zijkant van de zetgroep moeten naar elkaar toewijzen. Dit doe je door de hendel (zo nodig) naar beneden te duwen. De vergrendelingshaak aan de zijkant van de zetgroep moet je helemaal omhoog duwen zodat je hem vast hoort klikken. Als je de hendel niet kunt verplaatsen, staat deze al in de juiste stand. Wanneer de koffiemachine in de neutrale stand staat en je de hendels op de zetgroep in de juiste stand hebt gezet, kun je de zetgroep terug in de koffiemachine plaatsen.

De koffiemachine werkt niet goed wanneer er lucht in de leidingen zit. Schakel het apparaat uit met de aan/uit knop. Wacht minimaal 3 seconden en schakel het apparaat daarna weer in. Tap vervolgens 2 á 3 koppen heet water zodat alle lucht uit de leidingen gaat.

Eventueel kun je het apparaat hierna nog ontkalken. Dit is verstandig om te doen wanneer het ontkalken alweer even geleden is.

Bij een verstopt of niet goed geïnstalleerd waterfilter, loopt het water niet goed door. Haal het waterfilter uit het waterreservoir en probeer of je zonder filter wél koffie kunt zetten. Als de koffiemachine zonder waterfilter wel werkt, plaats je het waterfilter op de juiste manier terug in de machine. Hoe je dat doet, leggen we hieronder uit. Zet het apparaat nadat je het waterfilter goed hebt teruggeplaatst nog steeds geen koffie? Dan moet het oude waterfilter worden vervangen door een nieuw waterfilter.

Met een waterfilter hoef je de koffiemachine pas na ongeveer 5000 kopjes koffie (gemiddeld anderhalf jaar) te ontkalken. Een waterfilter gaat ongeveer 625 kopjes koffie (gemiddeld 3 maanden) mee. Als je met een waterfilter kalkaanslag voorkomt, is dat niet alleen beter voor het apparaat, de smaak van de koffie blijft ook beter.

Bereid het waterfilter eerst voor
Haal het waterfilter uit de verpakking en schud het filter 5 seconden lang zodat de korrels in het filter worden losgeschud. Neem een bak met water en dompel het waterfilter 5 seconden onder, terwijl je zachtjes in het filter knijpt. Op deze manier verwijder je de lucht uit het filter.

Plaatsing van het waterfilter
Druk na het voorbereiden van het waterfilter de ronde onderkant van het filter in het waterreservoir van de koffiemachine en zorg ervoor dat het filter goed vast zit. Hierna vul je het waterreservoir tot het maximale streepje met water en plaats je het reservoir terug in de koffiemachine.

Het waterfilter activeren
Nadat je het nieuwe waterfilter hebt geplaatst, moet je het activeren. Schakel de koffiemachine in en druk op de menuknop. Ga in het menu naar ‘AquaClean’ en druk op ‘Ok’. Kies ‘On’ op het display en druk daarna weer op ‘Ok’. Als alles goed is gegaan, verschijnt er nu een ‘AquaClean 100%’ pictogram in het display. Zet nu twee koppen heet water. Daarna is het waterfilter geactiveerd en is de koffiemachine klaar voor gebruik.